Office 2010 – Excel
Les 10: Celbereik
Wat is een celbereik?
Ik had het er in de vorige les reeds over gehad, maar wat is nou een celbereik en wat kunnen we hiermee aanvangen?
Een celbereik zijn alle, met de nadruk op “alle”, naast elkaar of niet naast elkaar liggende cellen, die zijn geselecteerd.
Deze verzameling van cellen, wordt als één geheel beschouwd en noemen we een celbereik, “bereik” in het kort.
Wat kunnen we met een bereik aanvangen?
Wanneer we een bereik een naam geven kunnen we deze naam gebruiken in een formule, een lijst, of wat dan ook.
Bereik selecteren
Ik had je reeds verteld hoe je cellen selecteert in een werkblad.
Wanneer je meerdere cellen selecteert, spreken we over een “bereik”
Voor alle duidelijkheid zal ik het nog even overlopen.
Om naast elkaar liggende cellen te selecteren klik je de eerste cel, en sleep je de muisaanwijzer naar de laatste cel. Of je klikt de eerste cel, hou de Shifttoets ingedrukt en klik de laatste cel. Het maakt niet uit hoe je het doet.
Om niet naast elkaar liggende cellen te selecteren, selecteer je de eerste cel of cellen, hou de Ctrl-toets op je toetsenbord ingedrukt, en selecteer je de tweede cel of reeks cellen. Je kunt zoveel cellen selecteren die je wilt.
In onderstaande afbeelding heb je links een voorbeeld van geselecteerde naast elkaar liggende cellen.
En rechts heb je een voorbeeld van geselecteerde niet naast elkaar liggende cellen.
Beiden noemen we dus het Bereik in ons Excel werkblad.
Het Bereik een naam geven
Om het Bereik een naam te geven, selecteren we eerst het Bereik, typen een toepasselijke naam in het naamvak, en klikken de Entertoets op ons toetsenbord.
Hoe we dit gebruiken in een formule vertel ik je later, onthoud alleen hoe je een Bereik een naam geeft.
Gegevens ingeven in een Bereik
Wanneer we eerst een Bereik selecteren, en pas daarna onze gegevens ingeven, zal Excel ons Bereik respecteren.
Bijvoorbeeld, we hebben de omzet ingegeven voor cel B2, en klikken de Entertoets, de volgende cel die wordt geselecteerd is cel B3, dit gaat zo door tot we aan de onderste cel komen in ons Bereik.
In dit geval dus cel B6, klik je dan de Entertoets, dan wordt cel C2 in ons Bereik geselecteerd.
En zo verder tot de laatste cel in ons Bereik, cel E6. Klik je dan op de Entertoets, wordt terug de eerste cel in ons Bereik geselecteerd, cel B2 dus.
Nog een tip.
Wil je alle cellen in het Bereik voorzien van dezelfde waarde, hou dan de Ctrl-toets op je toetsenbord ingedrukt, terwijl je de Entertoets indrukt.
Kopiëren, knippen en plakken
In Excel kunnen we kopiëren, knippen en plakken zoals in elke andere applicatie van Microsoft.
Dit kan in hetzelfde werkblad, naar een ander werkblad, zelfs naar een andere werkmap.
Om gegevens te verplaatsen gebruiken we de opdracht “Knippen”.
Selecteer eerst de cel of het celbereik, en klik je de knop “Knippen” (1) in het lint.
Of, de vlugste manier, je selecteert het Bereik en klikt Ctrl + X op je toetsenbord.
Om gegevens te kopiëren gebruiken we de opdracht “Kopiëren”.
Selecteer eerst de cel of het celbereik, en klik je de knop “Kopiëren” (2) in het lint.
Of, de vlugste manier, je selecteert het Bereik en klikt Ctrl + C op je toetsenbord.
In beide gevallen verschijnt rond de geselecteerde cellen een bewegend zwart kader (3).
Voor wie het niet mocht weten.
Het verschil tussen knippen en kopiëren is dat “geknipte” cellen leeg worden achtergelaten, en je slechts eenmaal kunt plakken
En bij gekopieerde cellen, de cellen onveranderd blijven en je zoveel keren kunt plakken dat je wenst.
Nieuw in Excel 2010 echter is dat we nu een voorbeeld te zien krijgen voor er is geplakt.
Klik hiervoor het naar benedenwijzend pijltje onder de optie “Plakken”.
In het drop-downmenu dat verschijnt (1) zie je de verschillende plakopties.
Wanneer je de muisaanwijzer over de verschillende plakopties beweegt (2), zie je het resultaat reeds verschijnen in het werkblad (3).
Ben je tevreden, klik je het icoon van de plakoptie.
Al deze plakopties hier bespreken lijkt me niet erg zinvol. Je moet deze maar eens proberen.
Wat ik wel kan zeggen is dat de opties “Transponeren” en “Afbeelding” zijn toegevoegd aan de plakopties.
Transponeren wijzigt kolommen in rijen en rijen in kolommen (zie bovenstaande afbeelding).
En de optie “Afbeelding plakt het gekopieerde als een afbeelding in je werkblad.
Beide opties, en dan vooral de eerste, lijken me erg nuttig.
Plakkenlijst
Wanneer we hebben geplakt verschijnt er nog steeds een naar beneden wijzend pijltje rechts onderaan het “geplakte”.
Wanneer we hierop klikken, opent een lijst met verschillende plakmogelijkheden.
Het enige verschil met de plakkenlijst is dat je bij deze geen Live-voorbeeld te zien krijgt.
Het Klembord
Wanneer we iets knippen of kopiëren worden deze gegevens geplaatst in het klembord.
Het klembord in Excel is een handig hulpmiddel waarin maximum 24 knip en kopieer opdrachten worden opgeslagen, deze kunnen we achteraf in willekeurige volgorde gebruiken in gelijk welke werkmap, werkblad, zelfs in een andere Microsoft applicatie.
Normaal wanneer we iets plakken, zal dit de laatste gegevens “plakken” die we hebben gekopieerd of geknipt uit ons werkblad. Wanneer we gebruik maken van het klembord, hoeft dit niet noodzakelijk zo te zijn. In het klembord worden tot 24 kopieer en knipopdrachten opgeslagen, waaruit we kunnen kiezen. Om items aan het klembord toe te voegen, hoef je enkel de opdrachten knippen of kopiëren te klikken.
Om het klembord te openen klik je de knop “Klembord” (1) in het lint.
Om een “plakken” opdracht uit te voeren hoef je enkel de bestemmingscel te selecteren, en de opdracht te klikken in het klembord (2).
Om een opdracht te verwijderen uit het klembord selecteer je de opdracht, je klikt het naar benedenwijzend pijltje dat verschijnt (3), en klikt de optie “Verwijderen” in het drop-downmenu.
Je kunt alle opdrachten verwijderen door op de knop “Alles wissen” te klikken (4).
Opdrachten in het klembord blijven bestaan zolang er tenminste één Officeapplicatie open is.
Je kunt het klembord sluiten door op het kruisje in de rechterbovenhoek te klikken, of nogmaals te klikken op de knop “Klembord” in het lint.
Kopiëren en verplaatsen van cellen d.m.v. klikken en slepen
We kunnen de gegevens in Excel verplaatsen en/of kopiëren door de cel(len) te selecteren en te verslepen.
Om de inhoud van cellen te verplaatsen selecteer je eerst de cellen, schuif je met de muisaanwijzer over de zwarte rand van de selectie, wanneer deze wijzigt in een vierdelig pijltje sleep je deze naar de gewenste positie.
Om de inhoud van cellen te kopiëren selecteer je eerst de cellen, hoe de Ctrl-toets op je toetsenbord ingedrukt, schuif je met de muisaanwijzer over de zwarte rand van de selectie, wanneer deze wijzigt in een pijltje en een plusteken, en sleep je deze naar de gewenste positie. Heb je de gewenste positie bereikt, laat je eerst de muisknop los, en pas daarna de Ctrl-toets.
Een andere manier om cellen te kopiëren of te verplaatsen is door middel van de rechtse muisknop.
Selecteer eerst de gewenste cellen, rechtsklik en sleep deze naar de gewenste positie, laat de muisaanwijzer los, en in het pop-menu dat verschijnt kies je de optie dat je wenst te doen, “Verplaatsen ” of “Kopiëren”.
Om cellen te verplaatsen naar een ander werkblad selecteer je de cellen in het ene werkblad (1), je houdt de Alt-toets op je toetsenbord ingedrukt, en sleept deze naar de tab van het werkblad waarin je deze wil plaatsen (2).
Wanneer dit werkblad opent plaats je deze in de juiste positie (3) en wanneer je deze hebt bereikt, dan pas laat je de muisknop los (4).
Wanneer je de gegevens wil kopiëren naar een ander werkblad doe je net hetzelfde, alleen hou jeook de Ctrl-toets op je toetsenbord ingedrukt.
Wanneer je cellen wil verplaatsen tussen “bestaande” cellen, hou je de Shift-toets op je toetsenbord ingedrukt terwijl je deze sleept.
Een grijze lijn (1) verschijnt op de positie naar waar de cellen worden verplaatst.
Laat de muisknop los wanneer je de gewenste positie hebt bereikt (2).
Hetzelfde voor kolommen.
Wens je een kolom te verplaatsen selecteer je eerst de kolom, hou je de Shift-toets op je toetsenbord ingedrukt, en sleep deze naar de gewenste positie.
Sleep je deze met de rechter muisknop ingedrukt, opent er een pop-upvenster waarin je kunt kiezen of je deze wil “verplaatsen” of “verplaatsen en kopiëren” (1).
Wanneer je echter de rechter muisknop gebruikt om kolommen te verplaatsen zie je geen grijze lijn tussen twee kolommen, maar een kolom die wordt geselecteerd (2).
De “Verplaatste” kolom wordt aan de linkerzijde van deze kolom geplaatst.
Automatisch aanvullen van celinhoud
Wanneer we weerkerende informatie intypen in Excel, zal Excel de functie “Automatisch aanvullen” gebruiken om de tekst automatisch aan te vullen.
Bijvoorbeeld, in cel A1 typ ik cola, in cel A2 Bier, dan zal Excel het woord bier voorstellen, wanneer ik een b typ in cel A3.
Ga ik hiermee akkoord, klik ik de Entertoets, ga ik niet akkoord typ ik gewoon verder.
Hier is echter één voorwaarde aan verbonden, er mag geen lege cel zijn in ons lijstje.
Stel, je laat cel A3 leeg, en je typt een b in cel A4, zal Excel deze niet automatisch aanvullen.
Wens je liever geen gebruik te maken van deze functie, kan je deze uitschakelen in het optiesvenster.
Klik de knop “Bestand” in het lint.
Kies “Opties”, en kies het tabblad “Geavanceerd”. In de lijst klik je het vakje “Automatisch aanvullen van celwaarden activeren”, zodat het vinkje verdwijnt.
Een tweede manier is het rechtsklikken van de cel, en te kiezen voor “Uit vervolgkeuzelijst selecteren”.
Dit opent een lijstje met eerde getypte tekst waaruit we kunnen kiezen.
Ook voor deze is de voorwaarde dat er geen lege cel(len) zijn in de lijst.
Het automatisch aanvullen werkt alleen voor tekst en tekst met getallen.
Dit werkt niet voor getallen, datums en tijd.
Cellen en rijen samenvoegen
In Excel hebben we de mogelijkheid om cellen en/of rijen samen te voegen.
Hiervoor selecteren we eerst de cellen, en klikken de knop “Samenvoegen en centreren” in het Lint.
Dit opent een dop-downmenu met 4 opties, die allen wel duidelijk zijn denk ik.
Dit maakt van alle samengevoegde cellen één grote cel.
We kunnen de inhoud van deze cel opmaken net als alle andere gegevens in Office applicaties
De knoppen “Ongedaan maken” en “Opnieuw”
Standaard in de werkbalk “Snelle toegang” vinden we de knoppen:
- “Ongedaan maken”
- “Opnieuw”.
Door middel van de knop “Ongedaan maken” kunnen we de laatste uitgevoerde opdracht ongedaan maken.
Door te klikken op het zwarte naar benedenwijzend pijltje naast deze knop kunnen we maximaal 100 acties ongedaan maken.
De sneltoets om acties ongedaan te maken is Ctrl + Z
Wanneer je een ongedaan gemaakte actie opnieuw wilt uitvoeren, klikt je op de knop ‘Opnieuw’.
Door te klikken op het zwarte naar benedenwijzend pijltje naast deze knop kunnen we meerdere acties opnieuw uitvoeren.
De sneltoets om acties opnieuw uit te voeren is Ctrl + Y
De knop “Wissen”
De knop “Wissen ” vinden we in het tabblad “Start” van het Lint, onder de groep “Bewerken”.
Om de knop “Wissen” te gebruiken selecteer je eerst de cel(len) en klik je daarna op de knop “Wissen”. Dit opent een drop-downmenu met een aantal opties.
Ik veronderstel dat deze allen wel duidelijk zijn.