Office 2010 – Excel
Les 8: Navigeren
In een werkblad
Een mogelijkheid om te navigeren tussen de verschillende cellen in een werkblad, is door middel van de pijltjestoetsen op je toetsenbord.
Een andere mogelijkheid is gebruik te maken van de END-knop en de HOME-knop op je toetsenbord.
De knoppen Ctrl + END brengt je in de uiterst rechtse en onderste cel waarin zich gegevens bevinden.
De knoppen Ctrl + HOME brengt je in de uiterst linkse en bovenste cel waarin zich gegevens bevinden.
De knoppen PAGE UP en PAGE DOWN op je toetsenbord beweegt het venster een pagina omhoog of naar beneden.
Hou je daarbij de Alt-toets op je toetsenbord ingedrukt, dan verplaatst het venster zich naar links of rechts
De knoppen Ctrl + het naar beneden wijzend pijltje brengt je naar de onderste cel van diezelfde kolom waarin gegevens staan vermeld. Voorwaarde hiervoor is wel dat alle cellen in de kolom gegevens bevatten. Is dit niet het geval, selecteert Excel de laatst ingevulde cel voor de lege cel.
Hetzelfde voor de sneltoetscombinatie Ctrl + pijltje naar boven.
Een andere manier om naar de onderste cel te navigeren is de onderrand van de geselecteerde cel te dubbelklikken. Hetzelfde voor de bovenrand, de linkerrand en de rechterrand.
Ook hier geldt de regel dat Excel zal stoppen wanneer hij een lege cel tegenkomt.
Wens je vlug te navigeren naar een bepaalde cel, typ je de celnaam in het naamvak (1) en klik je de Enter-toets op je toetsenbord. Of klik de F5-toets op je toetsenbord, typt de celnaam in het dialoogvenster dat verschijnt (2) en klik je de knop OK.
Tussen verschillende werkbladen
Om te navigeren tussen de verschillende werkbladen in onze werkmap, kunnen we uiteraard het tabblad hiervan klikken.
Wanneer je echter heel wat werkbladen hebt aangemaakt, bestaat er echter een makkelijker en veel vlugger manier om een werkblad te selecteren.
Rechtsklik hiervoor een van de navigatiepijltjes (1), links onderaan het applicatievenster.
Dit opent een pop-upmenu (2) waarin alle werkbladen in onze werkmap worden vermeld. Klik deze die je wenst te openen.
Wens je echter van het ene naar het volgende werkblad te navigeren, kun je gebruik maken van de sneltoetscombinatie Ctrl + PAGE DOWN op je toetsenbord.
Wens je het ene naar het vorige werkblad te navigeren klik je de sneltoetscombinatie Ctrl + PAGE UP op je toetsenbord.
Wens je een nieuw werkblad toe te voegen, klik je de knop “Werkblad invoegen” (1).
Wens je echter een werkblad toe te voegen tussen twee bestaande werkbladen, selecteer je het werkblad en je klikt de sneltoetscombinatie Shift + F11 op je toetsenbord. Dit zal een werkblad toevoegen aan de linkerzijde van het geselecteerde werkblad.
Tussen verschillende werkmappen
Het zal je wel eens gebeuren dat je meer dan een werkmap hebt geopend, bijvoorbeeld wanneer je informatie van de ene naar de ander werkmap wil kopiëren. Dan is het handig wanneer we deze verschillende mappen naast of onder elkaar kunnen openen in een ander venster.
Selecteer hiervoor het tabblad “Beeld” (1) en klik de knop “Alle vensters” (2).
In het dialoogvenster “Alle vensters” (3) dat verschijnt kies je een schik-optie en klik je de knop OK.
Dit plaatst de werkmappen, in dit geval, naast elkaar (4) en is het makkelijk informatie te kopiëren van de ene werkmap naar de andere.
Wens je van één werkmap, verschillende werkbladen te openen in een ander venster, selecteer je één voor één de verschillende werkbladen, en je klikt na het selecteren van het werkblad op de knop “Nieuw venster” (5) in het lint.
Wanneer alle werkbladen zijn geopend in een nieuw venster, kun je deze schikken op net dezelfde manier dat ik hierboven heb besproken, alleen selecteer je nu ook het vakje “Vensters van actieve werkmap” (6).
Nog een manier om te navigeren tussen verschillende geopende werkmappen is door te klikken op de knop “Ander venster” (1) in het lint.
Dit opent een drop-downmenu (2) waarin alle geopende werkmappen worden vermeld.
En een laatste manier om te navigeren tussen de verschillende geopende werkbladen, is door de sneltoetscombinatie Ctrl + TAB te klikken op je toetsenbord.